Item: Verandering in beslisbekwaamheid

Uit interRAI-PEDIA, E-Learning voor RAIview
Ga naar: navigatie, zoeken

TriangleArrow-Left.pngItem: Acute verandering in geestelijk functioneren Item: Verandering in beslisbekwaamheid Sectie: CognitieTriangleArrow-Right.png

Terug naar sectie Cognitie
Terug naar overzichtspagina Secties en Vragen


Bedoeling

Het vastleggen van veranderingen in het cognitief functioneren van de cliënt, zijn vaardigheden of vermogens, vergeleken met de toestand van 90 dagen geleden (of sinds de laatste beoordeling indien korter dan 90 dagen geleden). Zulke veranderingen kunnen permanent of tijdelijk zijn; hun oorzaken kunnen bekend zijn (bijv. een nieuw geneesmiddel tegen pijn of een psychofarmacum) of onbekend. Als de cliënt voor de eerste keer in de instelling is opgenomen omvat dit item ook veranderingen in de periode van vóór de opname.

Codering

  1. Verbeterd
  2. Niet veranderd
  3. Verslechterd
  4. Niet zeker


Gebruik van deze vraag in uitkomsten en rapportages

De beantwoording van deze vraag wordt in de volgende rapportages en uitkomsten gebruikt:



CAP: ADL


CAP: Cognitie

CHESS-schaal


Voorbeelden van verandering in cognitie


Mevrouw G. heeft vanwege een longontsteking van ongeveer 30 dagen geleden een delier meegemaakt (acute verwardheid). Met goede antibiotica, vochttoediening en een rustige hulpomgeving is ze hersteld. Ofschoon de cognitieve vaardigheden van mevrouw G. niet beter zijn geworden dan het niveau dat ze vóór de longontsteking had en ze nog steeds geen dagelijkse beslissingen kan nemen, is ze geleidelijk verbeterd tot de toestand van vóór de longontsteking.
Codeer “1” voor Nee.

Mevrouw P. is verstandelijk in orde. Ongeveer 2 1/2 maand geleden werd ze door haar dochter op de hoogte gebracht dat haar buurvrouw en levenslange vriendin op reis naar Amerika was overleden. Mevrouw P. reageerde slecht op het nieuws; ze was met stomheid geslagen en leek dagenlang verward en verbijsterd. Met steun van familie en zorgverleners, ging de verwardheid voorbij. Ofschoon ze nog steeds treurt, is haar cognitieve toestand terug op het niveau dat ze had voordat ze het slechte nieuws ontving.
Codeer “1” voor Nee.

De heer F. lijdt aan de ziekte van Alzheimer. Tot twee maanden geleden ging het goed met hem totdat zijn meest directe verzorgster meldde dat hij niet langer de weg naar zijn slaapkamer kon terugvinden, wat hij drie maanden geleden nog wel kon. Hij raakt op weg naar het toilet vaak de weg kwijt.
Codeer “2” voor verslechterd.

Mevrouw F. wordt sedert zes weken door de thuiszorgorganisatie geholpen. In het begin was ze matig zelfstandig in dagelijkse besluitvaardigheid, was haar korttermijn en langtermijn geheugen intact en kon ze zich dingen goed herinneren. Sindsdien heeft mevrouw F. een beroerte gehad, wat voor haar op een aantal van deze gebieden beperkingen heeft veroorzaakt. Binnen de beoordelingsperiode is haar besluitvaardigheid verslechterd. Ze is zich niet bewust van haar nieuwe lichamelijke beperkingen en neemt onredelijk grote risico’s bij het zich verplaatsen. Ze krijgt de hele tijd toezicht.
Codeer “2” voor verslechterd.