CAP: Mantelzorg: verschil tussen versies

Uit interRAI-PEDIA, E-Learning voor RAIview
Ga naar: navigatie, zoeken
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Deze CAP richt zich op situaties waarin een cliënt extra hulp van anderen nodig zal hebben en identificeert waar formele hulpverleners te hulp zullen moeten schiet...')
 
Regel 14: Regel 14:
 
white-space: -o-pre-wrap;  
 
white-space: -o-pre-wrap;  
 
word-wrap: break-word;">
 
word-wrap: break-word;">
CAP wordt geactiveerd als:
+
CAP-codering: CAP wordt geactiveerd als:
  
 
iXXX =  
 
iXXX =  
 
</pre>
 
</pre>
  
 +
De CAP Mantelzorg wordt geactiveerd als de volgende twee items van toepassing zijn:
 +
*Niet zelfstandig op minstens één van de volgende IADL-gebieden: maaltijden, huishoudelijk werk, boodschappen, transport.
 +
*Minstens twee van de volgende items zijn op de cliënt van toepassing:
 +
**Is overdag de hele tijd of gedurende lange periodes alleen
 +
**Leeft alleen of in een groepssetting met niet-familieleden
 +
**Heeft geen primaire informele zorgverlener
 +
 +
Bij cliënten die zelfstandig wonen vertaalt elk punt van achteruitgang in het IADL-vermogen zich in ongeveer 10% verlies aan persoonlijke IADL-onafhankelijkheid. Deze geactiveerde groep omvat ongeveer 40% van de ouderen die thuiszorg krijgen en 10% van de ouderen die zelfstandig wonen.
 +
 +
Cliënten uit deze groep krijgen minder dan half zoveel informele hulp als cliënten bij wie de CAP niet geactiveerd werd. Mocht er zich echter een verandering voordoen in de factoren waaruit de CAP-activering bestaat (bv. leeft niet langer alleen), dan zou de ontvankelijkheid voor informele hulpverlening dienovereenkomstig de hoogte ingaan. Desondanks hebben de cliënten bij wie de CAP geactiveerd werd, de neiging om te denken dat ze moeten verdergaan met het zelf uitvoeren van een groter aandeel van de IADL-activiteiten. Dat kan deze cliënten echter belasten met als resultaat dat de functionele activiteiten minder goed uitgevoerd worden.
 +
 +
De doelstelling bij cliënten die thuiszorg ontvangen is enerzijds te identificeren waar de familiale hulpverlening tekort schiet en anderzijds een formele onderhoudsdienst te voorzien wanneer mogelijk. Wanneer een dergelijke dienst ingeschakeld wordt, zal de cliënt hulp krijgen bij het uitvoeren van activiteiten die zijn/haar functionele capaciteiten te boven gaan.
  
 
<h1>Probleem</h1>
 
<h1>Probleem</h1>
Regel 39: Regel 51:
  
  
testThis template provides an alternative to the &lt;pre> tag, which does not allow wrapping of long lines and for which the width attribute is deprecated. Contrast the behavior of this box with the syntax box above as you shrink the
+
 
test
 
</pre>
 
  
 
<h1>Algemene zorgdoelen</h1>
 
<h1>Algemene zorgdoelen</h1>

Versie van 24 mrt 2014 om 21:01

Deze CAP richt zich op situaties waarin een cliënt extra hulp van anderen nodig zal hebben en identificeert waar formele hulpverleners te hulp zullen moeten schieten. In dat laatste geval overschrijden de behoeften van de cliënt de capaciteiten van het informele zorgnetwerk.


CAP-activering

Deze CAP identificeert cliënten die hulp nodig hebben bij de IADL-activiteiten en richt zich daarbij vooral op de cliënten wiens familie voor de uitdaging zal komen te staan om volledig aan hun behoeften tegemoet te komen. Terwijl de familie bijna altijd welwillend tegenover de toestand van de cliënt zal staan, moeten formele hulpverleners bereid zijn om tussenbeide te komen om de cliënt formele en professionele hulp te verlenen. De familieleden moeten bereid zijn om formele hulpverlening in te schakelen indien dat nog niet gebeurd zou zijn.

Deze CAP is niet ontworpen om het informele zorgnetwerk van een bepaalde cliënt te beoordelen of te bekritiseren. Het is echter wel de bedoeling om cliënten te identificeren die een informeel zorgnetwerk hebben dat voordeel zal halen uit een backup-plan of een tweede zorgregeling eens de toestand van de cliënt verder verslechtert. In dergelijke situaties wordt het informele hulpverleningssysteem van een cliënt ‘breekbaar’ genoemd.


CAP-codering: CAP wordt geactiveerd als:

iXXX = 

De CAP Mantelzorg wordt geactiveerd als de volgende twee items van toepassing zijn:

  • Niet zelfstandig op minstens één van de volgende IADL-gebieden: maaltijden, huishoudelijk werk, boodschappen, transport.
  • Minstens twee van de volgende items zijn op de cliënt van toepassing:
    • Is overdag de hele tijd of gedurende lange periodes alleen
    • Leeft alleen of in een groepssetting met niet-familieleden
    • Heeft geen primaire informele zorgverlener

Bij cliënten die zelfstandig wonen vertaalt elk punt van achteruitgang in het IADL-vermogen zich in ongeveer 10% verlies aan persoonlijke IADL-onafhankelijkheid. Deze geactiveerde groep omvat ongeveer 40% van de ouderen die thuiszorg krijgen en 10% van de ouderen die zelfstandig wonen.

Cliënten uit deze groep krijgen minder dan half zoveel informele hulp als cliënten bij wie de CAP niet geactiveerd werd. Mocht er zich echter een verandering voordoen in de factoren waaruit de CAP-activering bestaat (bv. leeft niet langer alleen), dan zou de ontvankelijkheid voor informele hulpverlening dienovereenkomstig de hoogte ingaan. Desondanks hebben de cliënten bij wie de CAP geactiveerd werd, de neiging om te denken dat ze moeten verdergaan met het zelf uitvoeren van een groter aandeel van de IADL-activiteiten. Dat kan deze cliënten echter belasten met als resultaat dat de functionele activiteiten minder goed uitgevoerd worden.

De doelstelling bij cliënten die thuiszorg ontvangen is enerzijds te identificeren waar de familiale hulpverlening tekort schiet en anderzijds een formele onderhoudsdienst te voorzien wanneer mogelijk. Wanneer een dergelijke dienst ingeschakeld wordt, zal de cliënt hulp krijgen bij het uitvoeren van activiteiten die zijn/haar functionele capaciteiten te boven gaan.

Probleem

Deze CAP richt zich op situaties waarin een cliënt extra hulp van anderen nodig zal hebben en identificeert waar formele hulpverleners te hulp zullen moeten schieten. In dat laatste geval overschrijden de behoeften van de cliënt de capaciteiten van het informele zorgnetwerk.

Informele zorg includeert instrumentele en persoonlijke ondersteuning die voorzien worden door familie, vrienden, kennissen en geburen waarbij instrumentele ondersteuning (IADL) voorziet in maaltijdbereidingen, huistaken, beheer van de financiële middelen, enz. terwijl persoonlijke ondersteuning (ADL) hulp in bed, zich kleden, gebruik maken van het toilet en dergelijke inhoudt.

Volwassenen die zelfstandig leven besteden elke dag een constante hoeveelheid tijd aan het uitvoeren van zowel instrumentele (bv. koken, het huis opruimen) als persoonlijke (bv. zich wassen, zich opknappen, zich kleden) activiteiten van het dagelijkse leven. Deze activiteiten worden (bijna) allemaal zelfstandig uitgevoerd. Cliënten die samenleven met anderen vormen daar de belangrijkste uitzondering op. Bij hen kan het zijn dat bepaalde taken samen of volledig door anderen uitgevoerd worden.

Bij veroudering en het optreden van chronische aandoeningen en beperkingen, zullen de instrumentele activiteiten gewoonlijk het eerste gebied zijn waarin verlies aan totale persoonlijke onafhankelijkheid voorkomt. Wanneer dat verlies effectief optreedt, staan de familie en vrienden gewoonlijk klaar om de cliënt te helpen bij het uitvoeren van die taken (o.a. ook hulp bij maaltijden, boodschappen en vervoer). De totale tijd nodig voor de uitvoering van deze activiteiten zal ongeveer hetzelfde blijven, alleen zal het nu minder door de cliënt en meer door de familieleden en vrienden ingevuld worden. Een dergelijke toename van de informele zorgverlening tast haast nooit de band aan tussen de cliënt en zijn/haar familie. De familieleden worden door een gevoel van liefde en plichtsbewustheid gedreven om voor hun naaste te zorgen. Een dergelijk proces verloopt gewoonlijk op een natuurlijke en onuitgesproken manier, waarbij familieleden gewoon doen wat gedaan moet worden. De cliënt wordt zelden in een gevaarlijke en onhoudbare situatie achtergelaten en wanneer nieuwe behoeften de kop opsteken zijn familie en vrienden meestal altijd bereid om ook aan die behoeften te beantwoorden.

Via deze CAP wil men cliënten identificeren wiens informele zorgverleningssysteem misschien niet volledig aan de steeds groter wordende behoeften tegemoet kan komen. Kenmerkend voor deze cliënten is dat zij vaak minder informele hulp krijgen, ongeacht de mate waarin ze functioneel beperkt zijn. Hoewel hun informele zorgverleningssysteem bijna altijd een alert systeem is, is het allicht zo dat de familieleden en vrienden in hun zorgnetwerk niet volledig aan hun toenemende behoeften beantwoorden.

Het is niet de bedoeling om aan de hand van deze CAP overbelaste of uitgeputte informele zorgverleners te isoleren, aangezien die factor op zich niet cruciaal is voor het niveau van de informele zorg die aan de cliënt verleend wordt. De informele hulpverleners blijven gewoonlijk hulp verlenen, zelfs wanneer stress en spanning aanwezig zijn.


Richtlijnen



Algemene zorgdoelen

  • Identificeer families die niet kunnen instaan voor informele zorg die volledig beantwoordt aan de behoeften van de cliënt met achteruitgang op het gebied van de IADL- en ADL-activiteiten. Stel een plan op dat bestaat uit informele en formele hulpverlening en dat aan de behoeften van de cliënt tegemoet komt.
  • Identificeer cliënten die geen primaire informele zorgverlener hebben en neem formele zorgverlening in overweging.
  • Identificeer cliënten wiens problemen en dus ook behoeften afnemen, om op die manier op korte termijn hulp te bieden aan de familie.