Item: Voortbeweging

Uit interRAI-PEDIA, E-Learning voor RAIview
Ga naar: navigatie, zoeken

TriangleArrow-Left.pngItem: Zelfdoen bij Activiteiten van het Dagelijks Leven (ADL) Item: Voortbeweging Item: Lichamelijke inspanningTriangleArrow-Right.png

Terug naar sectie Algemeen dagelijks functioneren
Terug naar overzichtspagina Secties en Vragen


Belangrijkste verplaatsingsmanier binnenshuis

Bedoeling

Het vastleggen of de cliënt loopt en of er gedurende de laatste drie dagen hulpmiddelen bij het lopen zijn gebruikt.

Codering

  1. Loopt zonder hulpmiddel
  2. Loopt met hulpmiddel—bijv., wandelstok, rollator, kruk
  3. Rolstoel, elektrische rolstoel, elektronische scooter
  4. Bedlegerig


Gebruik van deze vraag in uitkomsten en rapportages

De beantwoording van deze vraag wordt in de volgende rapportages en uitkomsten gebruikt:

Kwaliteitsindicatoren


Geklokte 4-meter loop

Bedoeling

De test in dit item is een maat voor het uithoudingsvermogen en de kwetsbaarheid van de cliënt. De test is ontworpen om een objectieve meting voor vergelijking van het presteren van de cliënt bij een volgende herbeoordeling te geven. Een normale wandelsnelheid is ongeveer 1,3 seconden per meter.

Proces


Zet een recht parcours uit, zonder hindernissen. Gebruik een meetlint om de 4 meter uit te meten. Gebruik indien mogelijk tape of iets anders dat weer gemakkelijk zonder schade kan worden verwijderd om het begin- en eindpunt op de vloer aan te geven. Laat de persoon stilstaan, met de voeten tegen de startlijn aan.

Zeg dan: “Begin, wanneer ik u dat zeg, op normale snelheid te lopen (met stok of ander hulpmiddel als u die gebruikt). Dit is geen test om te zien hoe snel u kunt lopen. Stop als ik u dat zeg. Is het duidelijk?”

Doe het voor indien nodig.

Zeg dan: “Begin nu met lopen.”

Start de stopwatch (of begin hardop seconden te tellen, bijv., 21, 22 enz.) wanneer de eerste stap wordt gezet. Hou met tellen op als een voet over de 4-meter streep wordt gezet.

Zeg dan: “U kunt nu stoppen.”


LET OP:

  1. De beoordelaar moet de test voordoen voordat hij/zij de cliënt vraagt deze te doen.
  2. De beoordelaar moet heel dicht bij de cliënt staan terwijl deze de test probeert te volbrengen. Zorg dat er een stoel in de buurt staat. Als de cliënt te zwak wordt of niet in staat is door te gaan, laat hem/haar dan op de stoel gaan zitten.
  3. Deze test kan niet worden gedaan met cliënten die gewichtsondersteuning nodig hebben om te kunnen lopen. Voor cliënten met dit soort behoefte aan hulp codeer “99”.

Codering

De tijd in seconden, tot en met 30 seconden. Anders: 30. 30 of meer seconden om de afstand af te leggen 77. Stopte voordat de test afgelopen was. 88. Weigerde de test te doen 99. Niet getest –bijv., loopt niet alleen


Afstand gewandeld in de laatste drie dagen zonder te gaan zitten — Met hulp indien nodig

Bedoeling

Codeer de wandelepisode waarin de cliënt het verst in de afgelopen 3 dagen beoordelingsperiode wandelde (ook episodes gedurende therapie, activiteiten, enzovoort) – met hulp als dat nodig was.

Proces

Vraag het aan het zorgteam; kijk er het cliëntdossier op na.

Codering

  1. Niet gewandeld
  2. Minder dan 5 meter
  3. 5-49 meter
  4. 50-99 meter
  5. 100+ meter
  6. 1+ kilometer


Afstand zelf rolstoel gebruikt in de laatste 3 dagen

Verste afstand aaneengesloten zelf rolstoel gebruikt (ook zelfstandig gebruik van gemotoriseerde rolstoel).

Bedoeling

Om de zelfstandigheid van de cliënt na te gaan in het zich binnen en buiten verplaatsen met rolstoel.

Proces

Vraag aan de cliënt en aan het zorgteam waar, wanneer en hoe ver een rolstoel is gebruikt in de laatste 3 dagen. Leg de verste afstand vast zonder dat langdurig is gestopt.

Codering

  1. Door anderen geduwd
  2. Met gemotoriseerde rolstoel/scooter
  3. Minder dan 5 meter
  4. 5-49 meter
  5. 50-99 meter
  6. 100+ meter
  1. Gebruikte geen rolstoel