Zorgplan: verschil tussen versies
k |
|||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
| + | {{nav| | ||
| + | |vorige-pagina=Waarom RAI | ||
| + | |vorige-naam=Stap 1: Waarom RAI | ||
| + | |titel-pagina=Zorgplan | ||
| + | |titel-naam=Stap 2: Zorgplan | ||
| + | |volgende-pagina=Caps | ||
| + | |volgende-naam=Stap 3: CAP's | ||
| + | }} | ||
| + | |||
| + | |||
| + | |||
Het zorgplan van de cliënt kan uit de volgende items worden samengesteld: | Het zorgplan van de cliënt kan uit de volgende items worden samengesteld: | ||
Versie van 30 mei 2014 om 13:44
Het zorgplan van de cliënt kan uit de volgende items worden samengesteld:
- CAP's
- Schalen
- Zorgzwaarte (RUG-scores)
CAP's
Door het invullen van verschillende vragen, kunnen signaleringen voor verdere zorg of evaluatie getriggerd worden. Wanneer een dergelijke signalering (CAP) geactiveerd wordt, betekent dit dat de cliënt baat kan hebben bij een verdere evaluatie van specifieke problemen of risico's op functionele achteruitgang, in het betreffende gebied waar deze geactiveerd is. De CAP's richten zich op verschillende domeinen (klinische, mentale gezondheid, psychosociaal, lichamelijk functioneren, et cetera) en zijn de volgende:
- CAP: ADL
- CAP: Activiteiten
- CAP: Cognitie
- CAP: Communicatie
- CAP: Decubitus
- CAP: Dehydratie
- CAP: Delier
- CAP: Fecale incontinentie
- CAP: Fysieke fixatie
- CAP: Gedrag
- CAP: Hart en Ademhaling
- CAP: IADL
- CAP: Kans opname instelling
- CAP: Lichaamsbeweging
- CAP: Mantelzorg
- CAP: Medicatiegebruik
- CAP: Mishandeling
- CAP: Ondervoeding
- CAP: Pijn
- CAP: Sociale omgang
- CAP: Sondevoeding
- CAP: Stemmingsstoornissen
- CAP: Tabak en Alcohol
- CAP: Thuisomgeving
- CAP: Urine-incontinentie
- CAP: Valincidenten
Niet alle CAP's zijn voor alle formulieren van toepassing; op de volgende pagina is aangegeven welke CAP bij welk formulier getriggerd kan worden.
CAP's zijn klinische analyseprotocollen en bevatten algemene richtlijnen voor een verdere beoordeling en geïndividualiseerde zorgen en diensten. Meer over de CAP's...
Schalen
Schalen zijn een integraal onderdeel van elk interRAI instrument en kunnen gebruikt worden om de status van een individu te meten, evalueren en bijhouden over tijd. Doordat - per schaal - tot een maximum van 6 ingevulde RAI's wordt teruggekeken naar deze uitkomsten, ontstaat een grafiek met 6 metingen (per schaal 1 grafiek), waaruit de voortgang van iemand's klinische status is te volgen en te evalueren.
De volgende schalen worden gebruikt:
